“Dus jij gaat sprintjes trekken papa? Ja ik ga sprintjes trekken” antwoordde Mike. De meiden hebben iets opgevangen over sprintjes trekken en rennen. Want gister was de dag.
Toen liep Mike voor het eerst een biatlon. Wij en vele anderen stonden daar en moedigden aan. Het was tof! Dat vond ik. Noortje en Annabel vonden dat ook. Zwemmen, rennen, weer zwemmen, weer rennen. Van eiland naar eiland. Het was een gezellige happening. “Maar gaat ie dan dat hele rondje doen? Bij al die bomen daar? En dan ook zwemmen helemaal tot daar? Kan hij dat wel?” Trots en lichtelijk overmoedig antwoordde ik dat haar papa dat zéker wel kon. Maar jemig heeee, het waait wel echt hard en die golven lijken toch op echte stevige golven. Wel heftig voor een eerste keer, maar goed we zien het allemaal wel.
Een uur en zeventien minuten later : Hij heeft het geflikt! Ik ben trots, heel erg trots! Echt supertrots! Noortje en Annabel vonden het ook wel oké en willen nu dan wel graag hun knuffel hebben die in de auto ligt. Of papa die wil halen. Tuurlijk.
Opeens begint het te regenen en de meiden beginnen te rennen naar de auto. Met de biatlon en een biertje in de benen kan Mike ff niet zo heel hard meer.
Hij krijgt een keiharde “Kom op papa! Kun jij niet eens een sprintje trekken naar de auto?” om zijn oren en hup daar rennen ze gedrieën richting auto..