Noortje en Annabel zijn nu bijna 3,5 jaar oud. Wat een verschil met 1,5 jaar terug toen ze bijna 2 waren. Toen zaten ze in de “ik ben twee dus ik zeg nee” fase. Ow man wat een tijd was dat! Aan het einde van de dag was ik uitgeblust. Echt waar, ik was moe. Gewoon hartstikke moe. Ik vond het zwaar. Vooral omdat ik toen (niet vrijwillig) fulltime moeder was. Natuurlijk was het heerlijk en genoot ik enorm van onze twins. Maar…. ja ik begin deze zin toch met een maar. Maar vijf dagen met ze spelen en voor ze zorgen, al dat tillen, het opvoeden, corrigeren, het huis (en kids) ontdoen van alle etensresten- en vlekken. Het was best heel hard werken.
Er zaten regelmatig dagen bij waarbij die een uur te vroeg begonnen. En de hele dag hadden we dan last van dat ene uur. We konden hem niet meer inhalen. Niet in de speeltuin waar Annabel haar evenwicht probeerde te houden maar bij het laatste stapje omviel en vervolgens van de balk kletterde. Niet toen Noortje met haar kin op de rand van de bakfiets klapte toen we een hobbel namen. Ook niet toen ze over haar eigen voeten struikelde terwijl ze naar de schommel rende. En dit alles in combinatie met NEE NEE NEE. Echt hoor jongens, een kantoordag was er niets bij! Het waren soms zware dagen. Voor mij maar zeker ook voor de meiden zelf. Dan was ik blij dat ze op bed lagen…
Even zelf genieten van de rust én tijd om de dag nog eens de revue te laten passeren. Dan zat ik naast hun bedjes in alle rust, zonder weerwoord en dacht ik “Wat waren jullie vreselijk vandaag. Vreselijk lief maar ook vreselijk vreselijk“. Was ik blij dat ze op bed lagen, kon ik het toch niet laten om nog één keer over die twee bolletjes te aaien. De bolletjes die zoveel wilden zeggen maar het nog niet konden. De blonde krullenkoppen die heel erg boos konden zijn en bijna de hele dag nee nee nee riepen. Mijn peuters. Mijn vreselijke boeveschatjes.. Gister kwam ik een krabbel van mezelf tegen uit die tijd waarop stond “Morgen weer een dag. Drie keer raden wat mijn antwoord is als je me nu zou vragen of ik daar zin in heb…”.
Blog by Liesbeth Sterrenburg