‘That looks a-maaaa-zing! You’re fab! Thanks so much, Lara’. In een trendy beauty salon in Brooklyn kijk ik in een handspiegel en prijs de schoonheidsspecialiste met het resultaat. Mijn brows zijn weer in shape. Owen kijkt vanuit zijn hippe stadsbuggy toe, smullend van de biologische bramen in zijn bakje. Ik houd mijzelf nog eens de spiegel voor. Dit keer ook in figuurlijke zin. Help! Waar is mijn Hollandse nuchterheid? Ik ben een Brooklyn mom!
Er was een tijd dat ik bijna dagelijks screenshotjes met twee vriendinnen deelde van posts in de lokale Facebook-groep BoCoCa Moms. BoCoCa is de afkorting van drie yuppenwijken in Brooklyn. Bewoond door goed boerende New Yorkers die hun kinderen laten ontbijten met kokosyoghurt en chiazaad en slow cooked biologisch rundergehaktbrood serveren als avonddis. Oogcontact met hun oogappel is
noodzakelijk terwijl ze ‘actief luisteren’ en reflecteren op wat ‘Nee, ikke niet’ nou echt betekent. Voor het slapengaan wordt het laatste literaire pareltje met een dikke educatief verantwoorde duim van de New York Times uit de kast getrokken.
De gaten in het weekschema worden gevuld met Mommy&Me-yoga en Music&Art-les. In BoCoCa Moms delen zij hun opvoedperikelen en zorgen, lees: paniekerige vragen en
overdreven ideeën van ouders voor wie peuters wil wet is. Gouden entertainment voor een pragmatische Hollander en twee sarcastische Engelsen (mijn vriendinnen).
Op de terugweg van de schoonheidssalon vraag ik me af wanneer we voor het laatst een screenshotje deelden. Geen flauw benul. Ik duw Owen in zijn YoYo (het buggyantwoord van New Yorkers op reizen met de metro) en mijn blik valt op mijn roodroze gelakte teennagels in mijn Birkenstocks, een spijkerbroek van Madewell en een Karen Kane-top van Bloomingdale’s. Hoe Brooklyn kan je zijn? Thuis test ik mezelf en
check BoCoCa Moms. Ik word gerustgesteld bij de eerste post
begin te gieren bij de tweede;
en slaak een zucht van verlichting als ik na een paar keer scrollen de kers op de taart tegenkom;
Zo Brooklyn ben ik dus nog niet.
Op de achtergrond klinkt het ondertussen ‘Taas? Taas? Mama, taas?’ Owen heeft de koelkast opengetrokken en heeft het verrukkelijke boerenbelegen souvenir in zijn handen dat ik vorige week uit Nederland meenam. ‘Goed idee, lieverd’, zeg ik. Ik pak de schaaf en de beschuit rol uit de la. Tijd voor onze lunch.
Zo Hollands zijn we.
LEES OOK VAN EVELIEN;